In m’n eentje op vakantie – dat kan ik verbazingwekkend goed. Maar na vakantie alleen thuiskomen – dáár heb ik nog geen talent voor.
Zodra ik bij thuiskomst de post heb opgeraapt, m’n rugzak heb neergezet en m’n huiskamer binnenstap, voel ik vaak een grote Klont Eenzaamheid.
Een jaarlijks terugkerend dingetje.
Het helpt om door m’n tuin te lopen en te zien hoe moohooi alles gegroeid is. En om vrienden te bellen en te vertellen hoe fijn mijn drum- / dans- / schilder- / of schrijfvakantie was. Vaak is die Klont Eenzaamheid binnen een week weer verdwenen. Of twee.
Maar toch. Het lijkt me zo knus als er bij thuiskomst iemand zou zijn die het fijn vindt dat ik er weer ben. Die met oprecht benieuwde wenkbrauwen wil weten hoe m’n vakantie was. Die vraagt of ik trek heb in een vreselijk lekker stuk quiche / bord soep / of desnoods een boterham met jam.
Klontloos thuiskomen. Dat zou fijn zijn. Maar hoe?
*****
Dit jaar verliep mijn thuiskomen anders dan anders. Dat begon al met mijn vertrek. Ik neem je even mee terug:
*****
Het inpakken gaat gehaast. Want m’n kerst-fotoshoot (voor m’n Tiny-Trees / duurzame kerstbomen) duurde een dag langer dan gedacht. Eigenlijk moet ik al die mooie geleende kerstspullen nog terugbrengen. Geen tijd. Ik besluit dit kersttafereel / deze fotoset dan maar pas ná mijn vakantie af te breken.
Zou het niet raar voelen, om na mijn zomervakantie thuis te komen in een versierd kersthuis? – Geen idee. Ik zoek nu vooral mijn tentharingen.
En waaaar is het grondzeil? Ik had al lang op de camping moeten zijn. Straks is het donker.
Klaar voor vertek – ik sta bij de voordeur. M’n tentje en rugzak trappelen van ongeduld. Toch loop ik nog even terug naar de woonkamer:
Opwellinkje. Gauw schrijf ik een briefje en zet dit op tafel.
Op naar mijn zomerbestemming. Tentharingen hebben ze vast ook op de camping.
* * * * *
Als ik later, na een heeele fijne vakantie thuiskom, zie ik een briefje op tafel staan. In mijn handschrift.
Ik lees: (met mijn rugzak nog op):
“Welkom thuis! Hoop dat je een fijne vakantie had. Er staat iets lekkers voor je in de vriezer.”
–
Allemachtig. Wat lief van mij : )
In een opwelling geschreven en daarna glad vergeten. Hoe is het mogelijk.
En dat zoiets kleins zo’n vrolijk effect heeft. Goh.
In de vriezer vind ik een restant van mijn favoriete quiche. Gezellig thuiskomen dit – en redelijk klontloos : )
*****
Notitie:
Mijn Klont mag ik wellicht geen eenzaamheid noemen, omdat het altijd met een paar weken weer wegtrekt. Er zijn mensen die zich altijd eenzaam voelen. Sommige ouderen bijvoorbeeld.
Kan ik (als ‘duurzame-kerstboom-ontwerpster-met-vrolijke-opwellinkjes’) niet iets bedenken / betekenen voor mensen die zich langdurig eenzaam voelen? Vast. Misschien iets met de Tiny-Trees. Ik ga erop kauwen.
Thuiskomen
In m’n eentje op vakantie – dat kan ik verbazingwekkend goed.
Maar na vakantie alleen thuiskomen – dáár heb ik nog geen talent voor.
Zodra ik bij thuiskomst de post heb opgeraapt, m’n rugzak heb neergezet en m’n huiskamer binnenstap, voel ik vaak een grote Klont Eenzaamheid.
Een jaarlijks terugkerend dingetje.
Het helpt om door m’n tuin te lopen en te zien hoe moohooi alles gegroeid is. En om vrienden te bellen en te vertellen hoe fijn mijn drum- / dans- / schilder- / of schrijfvakantie was. Vaak is die Klont Eenzaamheid binnen een week weer verdwenen. Of twee.
Maar toch.
Het lijkt me zo knus als er bij thuiskomst iemand zou zijn die het fijn vindt dat ik er weer ben.
Die met oprecht benieuwde wenkbrauwen wil weten hoe m’n vakantie was.
Die vraagt of ik trek heb in een vreselijk lekker stuk quiche / bord soep / of desnoods een boterham met jam.
Klontloos thuiskomen.
Dat zou fijn zijn. Maar hoe?
*****
Dit jaar verliep mijn thuiskomen anders dan anders.
Dat begon al met mijn vertrek. Ik neem je even mee terug:
*****
Het inpakken gaat gehaast.
Want m’n kerst-fotoshoot (voor m’n Tiny-Trees / duurzame kerstbomen) duurde een dag langer dan gedacht.
Eigenlijk moet ik al die mooie geleende kerstspullen nog terugbrengen.
Geen tijd.
Ik besluit dit kersttafereel / deze fotoset dan maar pas ná mijn vakantie af te breken.
Zou het niet raar voelen, om na mijn zomervakantie thuis te komen in een versierd kersthuis?
– Geen idee.
Ik zoek nu vooral mijn tentharingen.
En waaaar is het grondzeil?
Ik had al lang op de camping moeten zijn.
Straks is het donker.
Klaar voor vertek – ik sta bij de voordeur.
M’n tentje en rugzak trappelen van ongeduld.
Toch loop ik nog even terug naar de woonkamer:
Opwellinkje.
Gauw schrijf ik een briefje en zet dit op tafel.
Op naar mijn zomerbestemming.
Tentharingen hebben ze vast ook op de camping.
* * * * *
Als ik later, na een heeele fijne vakantie thuiskom, zie ik een briefje op tafel staan.
In mijn handschrift.
Ik lees: (met mijn rugzak nog op):
“Welkom thuis!
Hoop dat je een fijne vakantie had.
Er staat iets lekkers voor je in de vriezer.”
–
Allemachtig.
Wat lief van mij : )
In een opwelling geschreven en daarna glad vergeten.
Hoe is het mogelijk.
En dat zoiets kleins zo’n vrolijk effect heeft.
Goh.
In de vriezer vind ik een restant van mijn favoriete quiche.
Gezellig thuiskomen dit – en redelijk klontloos : )
*****
Notitie:
Mijn Klont mag ik wellicht geen eenzaamheid noemen, omdat het altijd met een paar weken weer wegtrekt.
Er zijn mensen die zich altijd eenzaam voelen. Sommige ouderen bijvoorbeeld.
Kan ik (als ‘duurzame-kerstboom-ontwerpster-met-vrolijke-opwellinkjes’) niet iets bedenken / betekenen voor mensen die zich langdurig eenzaam voelen?
Vast. Misschien iets met de Tiny-Trees. Ik ga erop kauwen.