Het marktplaats huis waar ik binnenstap, is al zo goed als gestript. Geen badkamer, geen vloerbedekking, geen tussenmuren. Wel veel bouwstof. En drie halve pakken stroopwafels op de grond.
De keukenkastjes waar ik voor kom zijn nóg mooier dan ik dacht. Jaren 50. Puntgaaf. Kan de man met de klusbroek wel zoenen. Ik betaal en voel me de gelukkigste vrouw van Arnhem.
“Ken je misschien iemand die net zo raar blij wordt van oude keukens als jij?” vraagt hij.
Hoezo?
“Nou, boven staat er nog een. Met een stenen gootsteen. Niet te tillen dat ding.”
Ik tref een zacht roze granito aanrechtblad aan met een bloedmooie stenen gootsteen. 80 jaar oud. Geblokt. Roze met wit. Glanzend koperen afvoerputje met gegrafeerde Oud Hollandsche tekst erin.
Zoveel moois op een dag, allemachtig. Ik voel dat ik een kleur krijg. Weet u wat u ervoor zou willen hebben? vraag ik.
“100 euro?” zegt hij met een vraagteken. Hij peutert een stroopwafel uit het pakje.
“200” zeg ik. Hij wil net een hap nemen maar zijn stroopwafel blijft hangen in de lucht.
“Jij begrijpt helemaal niks van onderhandelen meissie!” schatert hij. Het is de bedoeling dat je afdingt mop. Niet dat je opbiedt.
“Snap ik. Maar 200,- is het hartstikke waard. Het beeldschoon en zou er heel blij mee zijn.”
De marktplaatsman neemt een hap.
“150 dan. Goed?”
“Goed. zeg ik.”
Ik ben dan misschien geen goede handelaar, maar vandaag wel de gelukkigste ontwerpster van heel Gelderland. Met een prachtig 80 jaar oud keukenblok.
(En eigenlijk zou het wat mij betreft vaker zo mogen gaan. Niet het onderste uit de kan, maar waarde naar waarde. Eerlijker. Zoiets.)
Duurzaam onderhandelen
Het marktplaats huis waar ik binnenstap, is al zo goed als gestript.
Geen badkamer, geen vloerbedekking, geen tussenmuren.
Wel veel bouwstof. En drie halve pakken stroopwafels op de grond.
De keukenkastjes waar ik voor kom zijn nóg mooier dan ik dacht.
Jaren 50. Puntgaaf. Kan de man met de klusbroek wel zoenen.
Ik betaal en voel me de gelukkigste vrouw van Arnhem.
“Ken je misschien iemand die net zo raar blij wordt van oude keukens als jij?” vraagt hij.
Hoezo?
“Nou, boven staat er nog een. Met een stenen gootsteen. Niet te tillen dat ding.”
Ik tref een zacht roze granito aanrechtblad aan met een bloedmooie stenen gootsteen. 80 jaar oud. Geblokt. Roze met wit. Glanzend koperen afvoerputje met gegrafeerde Oud Hollandsche tekst erin.
Zoveel moois op een dag, allemachtig. Ik voel dat ik een kleur krijg.
Weet u wat u ervoor zou willen hebben? vraag ik.
“100 euro?” zegt hij met een vraagteken.
Hij peutert een stroopwafel uit het pakje.
“200” zeg ik.
Hij wil net een hap nemen maar zijn stroopwafel blijft hangen in de lucht.
“Jij begrijpt helemaal niks van onderhandelen meissie!” schatert hij.
Het is de bedoeling dat je afdingt mop. Niet dat je opbiedt.
“Snap ik. Maar 200,- is het hartstikke waard. Het beeldschoon en zou er heel blij mee zijn.”
De marktplaatsman neemt een hap.
“150 dan. Goed?”
“Goed. zeg ik.”
Ik ben dan misschien geen goede handelaar, maar vandaag wel de gelukkigste ontwerpster van heel Gelderland. Met een prachtig 80 jaar oud keukenblok.
(En eigenlijk zou het wat mij betreft vaker zo mogen gaan. Niet het onderste uit de kan, maar waarde naar waarde. Eerlijker. Zoiets.)